Q&A’s over de maatregelen in het voortgezet onderwijs

12 januari 2021

Maatregelen

  1. Welke maatregelen gelden voor het voortgezet onderwijs?
    • Het voortgezet onderwijs blijft onderwijs op afstand geven, in ieder geval tot en met vrijdag 5 februari.
    • Uitzonderingen – waardoor deze activiteiten wel plaatsvinden op school – blijven gelden voor de volgende groepen en gevallen:
    • alle onderwijsactiviteiten voor leerlingen in een examenjaar;
    • het afnemen van schoolexamens voor leerlingen in het voorexamenjaar, inclusief vwo 4;
    • beroepsgerichte lessen in het vmbo, vso en pro in alle leerjaren;
    • leerlingen in kwetsbare posities, waarbij de school samen met de gemeente bepaalt om welke individuele leerlingen het gaat. Hierbij wordt bijzondere aandacht gevraagd voor vso en nieuwkomers;
    • alle lessen in het vso en pro; voor het vso en het pro geldt dat het overgrote merendeel van de leerlingen praktijkgericht onderwijs volgt en/of zich in een kwetsbare positie bevindt. Dit betekent in de praktijk dat nagenoeg alle vso- en pro-scholen volledig open zijn en fysiek onderwijs hier de norm blijft
    • De school zorgt er vanaf 13 januari zo snel mogelijk voor dat leerlingen die nu fysiek onderwijs krijgen, uit voorzorg ook anderhalve meter afstand tot elkaar houden. Voor praktijkgerichte lessen in het vmbo en voor alle lessen in het vso en pro geldt dat ingewikkelde situaties kunnen bestaan ten aanzien van afstand houden en dus geldt hier de norm van zoveel als mogelijk afstand houden.
  1. Waarom worden deze maatregelen voor het voortgezet onderwijs genomen?
    • Op dit moment zien we dat het absolute aantal besmettingen al een tijd hoog is, het aantal besmettingen in de leeftijd 13 tot 18 tot de kerst toenam, en er extra onzekerheid is door nieuwe varianten van het virus.
    • Het OMT heeft daarom op 11 januari geadviseerd om het huidige maatregelenpakket te verlengen en voor het voortgezet onderwijs social distancing maatregelen te nemen.
  1. Voor welke periode gelden de maatregelen in het voortgezet onderwijs?
    • Voor het voortgezet onderwijs gelden de maatregelen in beginsel tot en met vrijdag 5 februari 2021.
  1. Wanneer wordt bepaald welk regime geldt in het voorgezet onderwijs na 7 februari?
    • Op dinsdag 2 februari 2021.

 

  1. Kunnen de onderzoeken naar de VK-variant ook gevolgen hebben voor de maatregelen in het voortgezet onderwijs?
    • Het voortgezet onderwijs zal in ieder geval niet eerder open gaan dan 8 februari. De onderzoeksresultaten naar de VK-variant kunnen mogelijk wel van invloed zijn bij de besluitvorming over de mogelijke heropening van het voortgezet onderwijs na die datum.

 

1,5 meter afstand tussen leerlingen in het voortgezet onderwijs

  1. Moeten leerlingen in het voortgezet onderwijs onderling 1,5 meter afstand houden?
    • Ja, dit is voorlopig nodig, uit voorzorg.
    • De regel om als leerling (en docent) 1,5 meter afstand te houden tot onderwijzend personeel gold al; hier komt nu de regel om tussen leerlingen onderling 1,5 meter afstand te houden bovenop.
    • In de komende weken wordt bezien hoe het onderwijs in het vo na 7 februari vorm kan krijgen, en – zo nodig – met welke aanvullende maatregelen. Met nieuwe onderzoeksinformatie wordt later bepaald of het nodig is de afstandsmaatregel door te zetten.
  1. Moeten leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en bij beroepsgerichte lessen onderling 1,5 meter afstand houden?
    • Nu het OMT adviseert om voor social distancing te zorgen, geldt uit voorzorg dat leerlingen zoveel mogelijk afstand moeten houden tot elkaar. De maatregel geldt met onmiddellijke ingang, maar scholen hebben de ruimte om hiervoor één of twee dagen voorbereidingen te treffen.
    • In het vso, het pro en bij beroepsgerichte lessen in het vmbo kan dit tot ingewikkelde situaties leiden; hier wordt afstand gehouden waar mogelijk.
    • We vragen scholen om zich tot het uiterste in te spannen om binnen deze geldende randvoorwaarden deze leerlingen (zoveel mogelijk) fysiek onderwijs te geven.

Dit kan op scholen tot organisatorische uitdagingen leiden. Van scholen wordt niet het onmogelijke gevraagd.

  1. Is het dan wel veilig om onderwijs te geven en te volgen in het vso?
    • Het OMT heeft geadviseerd om waar mogelijk afstand te houden en verbindt geen consequenties aan situaties waarbinnen geen 1,5 meter afstand kan worden gehouden.
    • Daarbij geldt dat scholen ook al veel andere maatregelen nemen om de verspreiding van het virus in scholen in te perken, zoals bijvoorbeeld zijn opgenomen in de protocollen, waaronder ook de 1,5 meter afstand tot het onderwijzend personeel.

 

  1. Hoe zit het met afstand houden in het leerlingenvervoer?
    • De ritten van het leerlingenvervoer in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) gaan door. Hiervoor gelden de volgende regels:
    • De chauffeur doet voor de rit een gezondheidscheck bij de kinderen.
    • Leerlingen hoeven geen 1,5 meter afstand te bewaren tot elkaar. Wel moeten ze zoveel mogelijk afstand bewaren tot de chauffeur. Als de 1,5 meter afstand mogelijk is, zijn er geen extra maatregelen nodig.
    • Leerlingen dragen zoveel als mogelijk een mondkapje.
    • De chauffeur draagt een chirurgisch mondkapje.
  1. Moeten eindexamenleerlingen en leerlingen in de voorexamenklassen onderling 1,5 meter afstand houden? 
    • Ja, dit is voorlopig nodig, uit voorzorg.
    • In de komende weken wordt bezien hoe het onderwijs in het vo na 7 februari vorm kan krijgen, en – zo nodig – met welke aanvullende maatregelen. Met nieuwe onderzoeksinformatie wordt later bepaald of het nodig is de afstandsmaatregel door te zetten.
    • Scholen wordt gevraagd een maximale inspanning te leveren om eindexamenleerlingen (ook vavo) nog steeds fysiek op school les te geven Scholen maken zelf de afweging op welke manier dit mogelijk is, bijvoorbeeld door spreiding over het schoolgebouw.
    • Dit geldt ook voor het afleggen van schoolexamens in het voorexamenjaar en in 4 vwo. Scholen kunnen er voor kiezen om de examens in een andere vorm af te nemen (bijvoorbeeld digitaal) of te verplaatsen naar een later moment in het jaar. Het is belangrijk om leerlingen zo tijdig mogelijk te informeren over eventuele wijzigingen van het PTA en/of het examenreglement als gevolg van deze maatregel.
    • Voor het beroepsgericht onderwijs in het vmbo geldt dat de afstandsregel praktijkgericht onderwijs in de weg kan staan. Daarom hoeven leerlingen die praktijklessen volgen en de docenten die dit onderwijs verzorgen deze regel niet te volgen als het goed onderwijs in de weg staat. Voor (alternatieve) veiligheidsmaatregelen kan de school ervoor kiezen om aan te sluiten bij de regels die gelden voor het werkveld. Die zijn bijvoorbeeld vastgelegd in de brancheprotocollen. De algemene voorzorgsmaatregelen, zoals regelmatig handen wassen, blijven belangrijk.
    • De aangekondigde maatregelen ten aanzien van de examens 2021, zoals het uitbreiden van het tweede tijdvak en de extra herkansing, zijn ongewijzigd.

 Waarom hoeven leerlingen in het primair onderwijs geen afstand te houden tot elkaar?

    • De besmettingscijfers in deze leeftijdsgroep zijn minder hoog, en de besmettelijkheid is lager. Het OMT heeft de kinderopvang en het primair daarom uitgezonderd van het advies om in het onderwijs de 1,5 meter (of best haalbare) afstand maatregel in te voeren. Dit blijft het RIVM goed in de gaten houden.

 

Naleving geldende maatregelen

  1. Wat kunnen scholen nog extra doen om ervoor te zorgen dat de geldende maatregelen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd?
    • Het RIVM heeft aangegeven dat er nog veel winst te behalen valt in het naleven van de al bestaande maatregelen. Ook het OMT adviseert om alle mogelijkheden aan te grijpen om de huidige maatregelen stipt opvolging te laten krijgen.
    • OCW laat gedragsonderzoek uitvoeren over de naleving van coronamaatregelen op scholen. Dit komt binnenkort toegankelijk beschikbaar op lesopstand.nl.

 

Noodopvang

  1. Moeten scholen noodopvang blijven verzorgen, nu blijkt dat er veel meer vraag naar is dan tijdens de eerste lockdown?
    • De noodopvang is voor 1) kinderen van wie minstens één ouder werkt in een cruciale beroepsgroep en 2) voor kinderen in een kwetsbare positie.
    • Scholen en kinderopvang moeten in noodopvang voorzien voor deze twee groepen kinderen.
    • De school bepaalt (samen met de gemeente) welke leerlingen zich in een kwetsbare positie bevinden. Hierbij wordt uitgegaan van de positie van de individuele leerling. Dus een volledige klas aanmerken als kwetsbaar, omdat ze bijvoorbeeld in groep 8 zitten, is niet de bedoeling.
    • Het is van groot belang dat de kinderen voor wie de noodopvang is bedoeld, kunnen worden opgevangen, zodat zij waar nodig een veilige en ondersteunende plek hebben.
    • Ouders maken nu meer gebruik maken van de noodopvang dan in het voorjaar. Dit wordt goed in de gaten gehouden.

 

  1. Moeten scholen onderwijs geven aan leerlingen die voor noodopvang op school zijn omdat ze een ouder hebben met een cruciaal beroep?
    • De leerling werkt vanuit de noodopvang op school op dezelfde manier als de leerling thuis. Werken op school hoeft niet onder begeleiding van een bevoegde docent. De leerling stelt eventuele vragen in principe online aan de eigen docent. De begeleiding in de klas bestaat uit het verzorgen van een rustige werkomgeving en kan verzorgd worden door onderwijspersoneel (docenten, onderwijsassistenten, conciërges etc.), maar ook door mensen van buiten de school (bijvoorbeeld via de coronabanen). Ook kunnen scholen in een samenwerkingsverband met andere scholen een aanvraag indienen voor de subsidieregeling ‘extra hulp voor de klas’. Zie voor extra informatie: dus-i.nl/subsidies

 

  1. Moeten scholen onderwijs geven aan kinderen die voor noodopvang op school zijn omdat ze zich in een kwetsbare positie bevinden?
    • In het geval dat er leerlingen in een kwetsbare positie zijn geïdentificeerd in het reguliere primair onderwijs en voortgezet onderwijs, wordt van scholen verwacht dat ze deze kinderen op school opvangen en zich tot het uiterste inspannen om continuïteit van fysiek onderwijs te bieden.
    • In het geval dat er leerlingen in een kwetsbare positie zijn geïdentificeerd in het speciaal (basis)onderwijs gebeurt deze continuering zo veel als mogelijk onder begeleiding van een bevoegd docent.

 

  1. Nu het testbeleid voor kinderen onder de 12 jaar is aangepast, mogen kinderen met een snotneus nog wel naar de noodopvang?
    • Het testbeleid is aangepast om meer zicht te krijgen op de verspreiding van het virus en met name de Britse variant.
    • Het testen van kinderen jonger dan 12 jaar wordt dringend geadviseerd als
    • De klachten niet (alleen) bestaan uit verkoudheidsklachten (bijvoorbeeld als er ook sprake is van hoesten, koorts en/of benauwdheid), of anderszins ernstig ziek is;
    • Er een indicatie is in het kader van een bron- en contactonderzoek;
    • Het kind deel uitmaakt van een uitbraakonderzoek.
    • Kinderen met alleen verkoudheidsklachten mogen naar de noodopvang. Zij moeten thuisblijven bij verergering van de klachten met hoesten, koorts en/of benauwdheid. Ook moeten kinderen thuisblijven als zij getest gaan worden en in afwachting van het testresultaat.

 

Groep 8 en LVS-toetsen

  1. Kan de inschrijfdatum voor het voortgezet onderwijs naar achter worden geschoven?
    • Inschrijving vindt plaats op basis van het schooladvies. Basisscholen geven een schooladvies gebaseerd op een breed inzicht in de ontwikkeling van de leerling over een langere termijn. Een van de gegevens die veel scholen hiervoor gebruiken is de uitslag op de LVS-toetsen. Deze toetsen kunnen ook dit jaar worden afgenomen. Informatie hierover staat op lesopafstand.nl (hyperlink: https://www.lesopafstand.nl/lesopafstand/toetsen/leerlingvolgsysteemtoetsen/)
    • Het voorlopig schooladvies wordt uiterlijk 1 maart geregistreerd.
    • De Rijksoverheid bepaalt niet het inschrijfmoment in het VO niet. Dit bepalen vo-scholen zelf. Om die reden kiezen we er ook voor de aanmelddatum bij het voortgezet onderwijs niet generiek te verschuiven.
  1. Hoe moeten we een middelbare school kiezen, als we niet kunnen kijken?
    • Open dagen en proeflessen voor leerlingen uit groep 8 vinden op afstand plaats en niet op school. Dat was al zo voor de lockdown in december.
    • Het wordt door het RIVM ontraden om fysieke open dagen op scholen te organiseren tijdens de lockdown en zolang het advies geldt dat er op school alleen onderwijs wordt gegeven.
    • Er wordt een beroep gedaan op de creativiteit van scholen om kinderen en ouders/verzorgers op alternatieve manieren kennis te laten maken met middelbare scholen.
    • Als handreiking heeft de VO-raad een aantal praktijkvoorbeelden verzameld, zoals een virtuele tour, vlogs en chat om de sfeer van de school te laten proeven. Voor het overdragen van inhoudelijke informatie over de school kan bijvoorbeeld gedacht worden aan webinars en online proeflessen.
  1. Gaan de in januari geplande LVS-toetsen op de basisschool door?
    • De schoolsluiting in het voorjaar van 2020 heeft een effect gehad op de leergroei die leerlingen doormaken op school. Afstandsonderwijs vergroot de verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. Ook wanneer de scholen in januari weer open gaan vraagt dit extra aandacht.
    • Om die reden is het van belang dat scholen goed zicht blijven houden op de ontwikkeling die leerlingen de komende tijd doormaken.
    • De aanbieders van leerlingvolgsystemen (LVS) hebben een gezamenlijke advieslijn opgesteld. Dit advies is te vinden op https://www.lesopafstand.nl/lesopafstand/toetsen/leerlingvolgsysteemtoetsen/. Het advies aan basisscholen is als volgt:
      1. Laat leerlingen de LVS-toetsen niet thuis maken.
      2. Neem de toetsen nog wel af. Juist in deze tijd is het belangrijk goed zicht te houden op de leergroei van leerlingen.
      3. Kies als school zelf een geschikte afnameperiode, rekening houdend met o.a. de gewenningsperiode voor leerlingen en de (voorjaars)vakantie.

Vaccineren

  1. Komt onderwijspersoneel in aanmerking voor voorrang bij vaccineren?
    • Het kabinet heeft op basis van advies van de Gezondheidsraad gekozen voor een strategie die zich richt zich op het voorkomen en verminderen van (ernstige) ziekte en sterfte als gevolg van COVID-19. Om de meest kwetsbare mensen te beschermen en om de druk op de gezondheidszorg te verlagen, komen de volgende groepen in aanmerking voor voorrang bij vaccineren: zorgmedewerkers, mensen met een medisch risico en mensen vanaf 60 jaar.
    • Deze groepen zijn geïdentificeerd op basis van het risico dat zij lopen op ernstige klachten en sterfte en niet op basis van andere overwegingen, zoals het beroep dat ze hebben.

Kwetsbare leerlingen

  1. Wanneer is een leerling in het primair of voortgezet onderwijs kwetsbaar? Wie bepaalt dat en hoe?
    • Het is aan de school om samen met de gemeente te bepalen welke individuele leerlingen zich in een kwetsbare positie bevinden. Hierbij kunnen gemeenten in overleg met jeugdhulpaanbieders, Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en Gecertificeerde Instellingen.
    • De leerlingen waar het om gaat, zijn meestal al bekend bij de scholen en de gemeenten. Zij zorgen er gezamenlijk voor dat leerlingen in een kwetsbare positie op school terecht kunnen.
    • Er wordt daarbij bijzondere aandacht gevraagd voor leerlingen in het (v)so, sbo, pro en nieuwkomers. Maar ook een deel van de leerlingen in het regulier onderwijs, die gebruik maken van – extra – ondersteuning en begeleiding vanuit passend onderwijs, kunnen mogelijk als kwetsbaar worden aangemerkt. Scholen en gemeenten wordt gevraagd in ieder geval aandacht te hebben voor leerlingen:
      • Met een chronische ziekte en/of handicap.
      • Met psychiatrische problematiek.
      • Met een ontwikkelingsachterstand.
      • Die afhankelijk zijn van de opvang in instellingen.
      • Die in een kwetsbare of mogelijk onveilige (pleeg)gezinssituatie zitten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan kinderen die recent bij Veilig Thuis zijn gemeld , KOPP/KOV kinderen voor zover dat bekend is, of thuiswonende kinderen met een kinderbeschermingsmaatregel.
      • Die vanwege de sociale/culturele/economische kwetsbaarheid van hun gezin extra aandacht behoeven, bijvoorbeeld leerlingen van ouders met armoede of financiële problemen, jonge mantelzorgers of kinderen uit erg kleinbehuisde/grote gezinnen.
      • Met grote achterstanden of een groot risico op achterstanden, waaronder bijvoorbeeld kleuters met een VE indicatie, kinderen die thuis onvoldoende ondersteuning krijgen of geen digitale voorzieningen hebben.
      • Die bij de eerdere scholensluiting buiten beeld raakten of een grote achterstand hebben opgelopen.
  1. Wat is de rol van school bij het in beeld krijgen van leerlingen en de situatie waarin ze zich bevinden?
    • Het is belangrijk dat, naast leerlingen in een kwetsbare positie, alle leerlingen in beeld zijn op scholen en dat school en leerling/ouder regelmatig mondeling digitaal of telefonisch contact hebben.
    • Als de school zorgen heeft over de situatie van een leerling kan de school de leerling en ouders wijzen op het bestaan van noodopvang.
    • Als de school vermoedt dat er sprake is van een acuut of structureel zorgelijke situatie kan de school overleggen met jeugdhulpaanbieders, Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en/of Gecertificeerde Instellingen.
    • Bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling dient de meldcode huiselijk geweld en kindermishandling van de school gebruikt te worden. (Het is voor scholen en instellingen verplicht om een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te hebben en gebruiken. De meldcode draagt eraan bij dat bij signalen op dit gebied zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden.)
  1. Worden leerlingen in een kwetsbare positie gemonitord, zoals in het voorjaar van 2020?
    • Scholen en kinderopvangorganisaties hebben het beste zicht op hun kinderen en leerlingen en wat zij nodig hebben.
    • Scholen en kinderopvangorganisaties houden daarmee zelf bij aan welke leerlingen zij opvang bieden.
    • Uit de monitoring noodopvang en opvang van kinderen in een kwetsbare positie in het voorjaar bleek dat scholen en kinderopvang de opvang voldoende konden organiseren voor de kinderen die het nodig hadden.
    • Uit de peiling van AVS van begin januari 2021 blijkt dat bijna alle leerlingen in beeld zijn en er tijdens de huidige schoolsluiting meer leerlingen (in een kwetsbare positie) worden opgevangen.

We blijven de signalen en ontwikkelingen die gedurende deze tijdelijke scholensluiting over leerlingen in een kwetsbare positie binnenkomen vanuit het veld volgen.

 

Bron: website VO-raad, 12 januari 2021

« Terug naar het nieuwsoverzicht