Havo/Vwo

In de havo/vwo-onderbouw wordt van de leerlingen steeds meer zelfstandigheid verwacht. Dit is noodzakelijk gezien de hoge eisen die het studiehuis aan de studievaardigheden stelt. De leraar blijft nadrukkelijk aanwezig en vervult een sturende rol, maar daarnaast moeten de leerlingen ook van en met elkaar leren ‘leren’. Docenten gebruiken ‘activerende didactiek’. De onderbouw havo/vwo duurt twee jaar. We beperken de onderbouw welbewust tot de eerste twee klassen en rekenen de derde klassen havo, atheneum en gymnasium tot de bovenbouw. Daarmee benadrukken we dat er in het derde jaar veel aandacht is voor de voorbereiding op de Tweede Fase. De eerste twee leerjaren staan in het teken van het achterhalen van de mogelijkheden van elke leerling en van het ontwikkelen van hun persoonlijke talenten.

Dakpanklas
Op afdeling havo/vwo werken we met dakpanklassen. Dat zijn klassen waarin leerlingen zitten met een dubbel advies: t/havo of h/vwo. De docenten brengen tussentijds advies uit over het vervolgtraject: vmbo-t, havo, atheneum of gymnasium. Als er aan het eind van het schooljaar getwijfeld wordt over de keuze, dan kan de leerling toch overgaan naar de tweede klas met een dubbel advies. In de tweede klas krijgt uw kind dan steeds een rapport op twee niveaus. Gedurende het tweede leerjaar wordt bekeken welke keuze er definitief aan het eind van dat leerjaar wordt gemaakt.

Uitstelkeuzeklas
De dakpanklas t-havo leerjaar 1 wordt vanaf schooljaar 2023-2024 ingericht als een uitstelkeuzeklas. In deze klas krijgen leerlingen langer de kans aangeboden om op havoniveau te werken en getoetst te worden. We doen dit vanuit onze visie op kansengelijkheid: soms hebben leerlingen wat meer opstarttijd nodig en dat bieden we ze graag.  Ook is er extra ondersteuning mogelijk. Vanaf periode 2 is pre-teaching (ma en do) mogelijk voor leerlingen waarvan docenten en/of ouders/verzorgers inschatten dat ze dit nodig hebben.

Vanuit het idee van kansengelijkheid laten wij leerlingen in de uitstelkeuzeklas na hun brugklasjaar in principe allemaal doorstromen naar leerjaar 2 in de dakpanklas t-havo. Ook in leerjaar 2 wordt er lesgegeven op havo-niveau. Er wordt aan het einde van leerjaar 1 wel een prognose afgegeven op basis van leerjaar 1. Het kan zijn dat het docententeam inschat dat een leerling uiteindelijk naar theoretisch niveau zal doorstromen. Maar ook in die situatie krijgt een leerling in leerjaar 2 op havo-niveau les omdat we weten dat leerlingen soms wat meer tijd nodig hebben om te laten zien wat ze beheersen. Aan het einde van leerjaar 2 zal definitief worden bekeken wat het vervolgtraject wordt voor een leerling.

Maatwerk blijft overigens bestaan. Er zijn altijd uitzonderingen mogelijk. De coach van de leerling zal in die gevallen afstemming zoeken met thuis. In het kader van transparantie worden de uitzonderingen toegelicht in de overgangsnormen op onze website: zie ouders – overgangsnormen.

Excellentieprogramma
Een leerling die iets extra’s kan, moet gestimuleerd worden dat ook te doen! Op het Blariacumcollege dagen we de leerling uit deze stap te zetten. Dat kan in ons excellentieprogramma. Het excellentieprogramma is een programma dat het Blariacumcollege aanbiedt aan leerlingen op het vwo die bovengemiddeld presteren en/of bijzonder getalenteerd zijn in een bepaald vakgebied en die een extra uitdaging zoeken op school. Dit mooie programma is een onderdeel van de bredere Academische Leerlijn binnen het Blariacumcollege.

Die uitdaging vinden zij door een eigen ‘project’ te bedenken waar onder lestijd aan gewerkt wordt. In dit excellentieprogramma volgt de leerling in overleg met de coördinator van dit programma en de vakdocent en uiteraard met toestemming van de ouders minder reguliere lessen. De op deze wijze vrijgekomen tijd kan dan worden gebruikt voor verdieping of verbreding.

Dit kan bijvoorbeeld zijn: een onderzoek doen naar een zelfgekozen onderwerp, het deelnemen aan wedstrijden of olympiades, het volgen van een extra vak, een vak in een hoger leerjaar (versnellen), maar ook het volgen van een externe cursus of een masterclass aan een universiteit.

De invulling van dit excellentieprogramma is een vorm van maatwerk waarop de leerling zelf veel invloed heeft. Op deze wijze krijgt hij de kans om zich bezig te houden met onderwerpen die aansluiten bij zijn persoonlijk interessegebied of die nuttig kunnen zijn voor een eventuele vervolgopleiding. De leerling blijft uitgedaagd!

Leerlingen die in aanmerking komen voor dit excellentieprogramma krijgen een begeleider toegewezen, die de ontwikkeling van de leerling volgt. Regelmatig vinden er individuele gesprekken plaats waarin het leerproces besproken wordt en waar nodig bijgestuurd zal worden.

Na het afronden van het excellentieprogramma krijgt de leerling een certificaat overhandigd met een omschrijving van de inhoud van het gevolgde excellentieprogramma.

Sportklassen
Sportklas op havo en vwo: ruimte voor ambitie op sportief terrein. Naast de reguliere lessen lichamelijke opvoeding krijgen de leerlingen wekelijks extra lessen. Leerlingen sporten niet alleen méér, maar leren ook over dingen die met sport te maken hebben. Een brede sportontwikkeling, leren samenwerken en het aangaan van uitdagingen zijn belangrijke doelen van de sportklas. In de tweede en derde klas vindt verbreding en verdieping plaats. Op deze manier kunnen de leerlingen kennismaken met een mogelijk toekomstig beroepenveld. Het vak BSM (bewegen, sport en maatschappij) is een volwaardig examenvak in de bovenbouw van havo/vwo.
Voor leerlingen die na de middelbare school verder willen in sportgeoriënteerde beroepen is dit vak een must!

De vwo-masterclass (brugklas- atheneum en gymnasium).
Wanneer de leerling een vwo-advies heeft gekregen op de basisschool, dan komt hij in het eerste jaar in de vwo-masterclass. Het Blariacumcollege biedt leerlingen al vanaf de vwo-masterclass de mogelijkheid kennis te maken met het gymnasiale onderwijs. Leerlingen die méér kunnen, maar vooral ook méér willen, zijn in deze klas helemaal op hun plek!

havo leerjaar 3 t/m 5 en vwo leerjaar 3 t/m 6
De Tweede Fase van het voortgezet onderwijs op havo en vwo bestaat uit de leerjaren havo-3, 4 en 5 en vwo-3, 4, 5 en 6. In deze jaren sluiten de leerlingen hun opleiding af en bereiden zij zich voor op de studie aan een hogeschool of universiteit. De lessen en de vakken blijven de basis van het onderwijs, maar het klassenverband wordt vanaf leerjaar 4 doorbroken doordat leerlingen hun eigen vakken kiezen. Leerlingen worden in dit proces ondersteund door hun vakdocenten en hun coach.

Vakdocenten maken vaak gebruik van studiewijzers die het plannen vergemakkelijken en coaches zorgen ervoor dat ze goed op de hoogte blijven van de vorderingen en de planning van de individuele leerling. Met het oog op een goede aansluiting op het vervolgonderwijs kiezen de leerlingen aan het einde van het derde leerjaar een profiel. Naast de ruime profielkeuzemogelijkheden wordt er ook vakoverstijgend gewerkt. De meeste lessen van de bovenbouw, havo klas 3, 4 en 5 en vwo klas 3, 4, 5 en 6 (Tweede Fase), vinden plaats in de vaklokalen van het Seniorcollege. Naast het volgen van lessen werken de leerlingen aan opdrachten in de Open Leer Centra (OLC). In het moderne vreemdetalenonderwijs werken zij aan de hand van het Europees Referentie Kader. Binnen het scienceproject werken biologie, natuurkunde en scheikunde nauw samen.