Jannemiek Hazenbosch
Jannemiek Hazenbosch geeft het mooie vak Nederlands aan onderbouw vmbo, basis, kader en theoretisch. Daarnaast is ze mentor van brugklas Design en Technology en ze is vertrouwenspersoon van College Den Hulster. Als echte Nederlands fanaat is ze taalcoördinator van de afdeling vmbo. Meer weten over Jannemiek? Je leest het hier!
Waarom ben je docent geworden?
”Ik heb niet zozeer voor het beroep gekozen. Ik geef Nederlands en ik ben heel graag bezig met taal. Nadat ik de havo had afgerond was de Lerarenopleiding Nederlands de enige opleiding die paste bij mijn zwak voor taal. Dus ik dacht: ik ga een jaar dat doen en dan met de Propedeuse door naar de universiteit om Taalkunde te studeren. In mijn eerste stagejaar werd ik voor de klas gezet en toen was ik verkocht. Ik ben dus niet met voorbedachte raden docent geworden, maar toen ik in het vak kwam toen dacht ik: dit past bij mij. Pubers zijn echt mijn doelgroep en dat vind ik tof. Er zit heel veel uitdading en dat maakt het heel erg leuk.”
Is iedereen geschikt om docent te worden? En wat zijn goede eigenschappen die een docent moet hebben?
”Je moet een mensenmens zijn. Je moet veel empathie hebben, je moet het leuk vinden om je te verdiepen in, niet alleen je vak, maar ook in de leerlingen. Hoe gaat het met ze? Waar houden ze zich mee bezig? Kun je daarbij aansluiten? Als je een persoon bent die heel erg van de structuur is en je wilt het doen zoals je het zelf wilt, dan weet ik niet of dit het geschikte beroep is voor jou. Flexibiliteit is ook heel erg belangrijk. Je weet van tevoren niet hoe een dag gaat lopen en dat maakt het uitdagend. In mijn vriendenkring zeggen veel mensen: ‘’Docent? Heftig.’’ Veel mensen hebben een negatief beeld van een docent door de media. De werkdruk ligt hoog, maar je krijgt er veel voor terug en dan sla je je er wel doorheen. Er moeten meer positieve beelden naar buiten gebracht worden. Vind je het gek dat er veel mensen zijn die geen docent willen worden?”
Je bent docent en mentor, wat is voor jou hierin het grote verschil?
”Als docent zorg je ervoor dat de juiste kennis overdraagt van je vak. Uiteindelijk is jouw doel om ervoor te zorgen dat de leerlingen een goed punt halen voor je vak. Uiteraard ondersteun je ook leerlingen die moeite hebben met jouw vak door bijvoorbeeld een op een de toets te bespreken. De begeleiding van de leerling is dan meer vakgericht.
Als mentor krijg je meer inzicht in de leerling zelf. Je hebt veel meer contact met thuis, je weet wat daar speelt, waar het goed gaat en waar het minder goed gaat. Daar merk je als docent minder van. Je krijgt wel de informatie dat het niet lekker loopt, maar de diepgang mist. Het stuk zorg als mentor is groter.”
Zou je OGVO aanbevelen aan anderen om te werken?
”Ja, absoluut. Ik vind OGVO een heel fijne werkgever. Ze zijn ontzettend betrokken. Er is altijd wel iemand die voor je klaarstaat als er wat speelt, zowel op privégebied als op werkgebied. OGVO snapt het. Ze hebben begrip voor een vervelende situatie waar je soms niks aan kunt doen. Hier op Den Hulster, maar ik denk ook op de andere scholen, staat het team voor je klaar. Ook om taken op te vangen als dat nodig is. Je hebt wel echt het gevoel dat ze naar je luisteren.
Maar ook het maken van een persoonlijk gebaar vind ik mooi. Als iemand zwanger is, met verlof gaat of iemand is overleden dan krijg je vaak iets toegestuurd. Dat is denk ik ook de reden waarom collega’s een stapje extra doen voor het OGVO. Je voelt je gewaardeerd.”
Maar je ziet jezelf over 5 jaar nog hier?
”Absoluut, ik heb hier echt mijn plekje gevonden. Ik wil niets anders doen. Ik ben dus ook taalcoördinator en vertrouwenspersoon dat zijn natuurlijk best grote taken, hierdoor zijn er ook wat lessen wegvallen. Maar ik zou niet willen dat ik helemaal geen les meer geef. Ik wil echt wel met die leerlingen mijn werk blijven doen, want ze maken het juist leuk.”